De Verlichting zorgde voor een geweldige groeispurt – en maakte ons tot mensen met een waterhoofd. We leven in de verkeerstoren van het rationele denken en hebben moeite met de kennis die lichaam, gevoel en verbeelding ons voortdurend aanreiken. Hoog tijd voor een inhaalslag. Want voor je het weet moet je in therapie omdat je te veel in je hoofd zit, of kiest je onderbuik een president.
De menselijke soort maakte een groeispurt sinds de Verlichting. De emancipatie van ons natuurwetenschappelijke en technische verstand zorgde voor een ongekende groei in termen van aantallen, welvaart, levensduur, gezondheid, medische en technologische kennis.
Maar het bracht ons ook uit balans. Het is alsof we een overtraind waterhoofd hebben, zonder spieren in onze armen en benen, laat staan een wasbord. We benaderen het leven vanuit de verkeerstoren van ons rationele denken, zonder onze andere bronnen van kennis te integreren.
Dat leidt tot vervreemding van ons lichaam, onze emoties, onze intuïtie. We leven in een van de rijkste en veiligste en gezondste culturen ooit – en lijden massaal aan psychische stress en verslavingen. Ons medicijngebruik is schrikbarend hoog. Van de zeventien miljoen Nederlanders slikt er één miljoen antidepressiva en heeft één miljoen welvaartsdiabetes, om maar wat te noemen.
Het leidt ook tot maatschappelijke problemen. De opkomst van het populisme en het onvermogen van de elite om erop te reageren is te verstaan als het loskomen van het denkende hoofd van de voelende onderbuik. Het hoofd is niet in staat de onderbuik te begrijpen, de onderbuik vertrouwt niets meer van wat het hoofd zegt.
Wijsheid – en ik wens het zowel politieke leiders als gefrustreerde burgers als mezelf toe – moet iets te maken hebben met één geheel te zijn, door de kennis en de kunde van verstand, lichaam, gevoel en verbeelding te integreren.
En dat, is een van de stellingen van dit blog, is niet iets wat ieder maar voor zichzelf moet zien te leren.
Welke bronnen van kennen hebben we dan? Ik noem er vijf.
De bekendste is de intellectuele manier van kennen, de ratio. Het werkt met onderscheidingen, concepten, begrippen. Een beetje wat ik hier ook doe. In dit kennen zijn we allemaal getraind. Zo goed, dat het soms lijkt alsof het de beste of zelfs de enige manier van kennen is. Maar concepten vervangen niet de ervaring van het leven.
Er is ook een lichamelijk of zintuiglijk kennen: hoe iets aanvoelt, hoe je lichaam reageert op een sensatie, geeft je kennis over jezelf en de wereld. Maar ook gaat het over kennis die je krijgt door letterlijk in beweging komen in sport, dans, eten en drinken, strijd, seks, meditatie of gebed.
Een derde vorm is emotioneel kennen. Daarmee bedoel ik niet zozeer je luimen van de dag of van het moment, maar de grote emoties die je in beweging zetten – of juist tot stilstand brengen – zoals verdriet, woede, liefde, haat, extase, angst, jaloezie, wanhoop, dankbaarheid. Zulke emoties bewust ervaren geeft kennis over wat er speelt in jou en in je contact met de wereld buiten jou.
Ten vierde het kennen door de verbeelding. Denk bijvoorbeeld aan hoe je soms droombeelden hebt die je laten schrikken, omdat ze iets onthullen over waar je bang, boos, verdrietig of verlangend over bent.
Kennen door verbeelding gaat over het bewust maken van wat je onbewust al weet. Kunst werkt hiermee, maar denk ook aan symbolen als Zwarte Piet. De discussie daarover is zo heftig omdat mensen geraakt zijn door wat het beeld van de kompaan van Sinterklaas voor hen vertegenwoordigt, en zich daarin niet gekend voelen.
Een vijfde vorm van kennen is die van het liefhebben. Daarmee bedoel ik dat je sommige dingen alleen maar echt leert kennen door je ermee te verbinden. Vriendschap en liefde bijvoorbeeld kun je alleen maar leren kennen door je eraan toe te vertrouwen, niet door het te bestuderen. En dat geldt evenzeer voor een traditie of een geloof. Als je er geen ja tegen zegt, gebeurt er niks, behalve dat je wat weetjes verzamelt vanaf de buitenkant.
Vader worden was voor mij bij uitstek zo’n vorm van leren door lief te hebben. Ik had geen idee wat ik allemaal zou leren door me te laten ontwapenen door de onvoorwaardelijke liefde van mijn eigen kinderen (en zulke woorden kan ik alleen maar kiezen door de ervaring van vaderschap).
Dit zijn vijf manieren van kennen, waarvan er vier nauwelijks geleerd worden. We trainen onze kinderen vooral om nuttige, kritische en calculerende burgers te worden. Maar hoe leren we om op je gemak te zijn in je lichaam en emoties, en ernaar te luisteren? Hoe leren we om meer feeling te krijgen voor de metaforen die het leven steeds aanbiedt? Hoe leren we liefdesrelaties en vriendschappen te krijgen en te houden?
Dat hoort in onze tijd bij de privéruimte. Begrijpelijk – het voelt immers persoonlijk en kwetsbaar – maar ongezond voor individuen en voor de samenleving, omdat mensen verdwalen in hun hoofd, hun emoties, hun lijf of hun fantasie. Voor je het weet moet je in therapie omdat je te veel in je hoofd zit of benoemt de onderbuik een nieuwe president.
Toen ik zelf in de woestijn zat van scheiding en burnout ben ik intensief gaan proeven van allerlei andere methoden van leren. Meditatie in allerlei vormen, rebalancing, shiatsu, postural integration: het zijn allemaal manieren om onderzoek te doen naar hoe je eerder ervaren spanningen in je lijf kunt voelen en transformeren, of hoe je even uit je verkeerstoren kunt komen.
Ook opstellingen, populair op tal van plekken, zijn middelen om je onbewuste weten over menselijke verhoudingen in het licht te zetten en te integreren. En via verhalen en rituelen kun je weer voeling krijgen met je levensreis – wat ook al een metafoor is. Hoeveel oude verhalen zijn er niet waarin de held of de helden eerst door de nacht of de woestijn moeten? Waarin ze eerst gewond moeten raken, door een zee moeten trekken of zelfs moeten sterven?
Ik onderscheid dus intellectueel, lichamelijk, emotioneel, beeldend en verbindend weten. Herkennen jullie deze indeling? Zouden jullie meer of andere vormen van kennen onderscheiden? Welke dan? En hoe kun je die oefenen?
Een belangrijke vorm van kennen is voor mij het erkennen dat ik niet alles hoef te kennen. Ik gun het mijzelf om dingen niet te kennen. Toe te geven dat ik dingen niet kan begrijpen en dat dat oké is; dat niet kunnen kennen geeft rust.